Als je het hem vraagt, is de poetsman één van de beste. Toch slaagt hij er niet in om zijn eigen leven net zo schoon te krijgen, als de vloeren van de rechtbank waar hij werkt.
De poetsman is een pessimist. Vaak voelt hij zich kwaad en alleen. Als een eiland losgezongen van alles en iedereen. Alle banden met zijn grote familie verbroken. Enkel nog contact met zijn oma.
Een ingrijpende ontmoeting tijdens het werk maakt iets wakker. De poetsman waagt een poging om zijn fouten recht te zetten. De stroeve relatie met zijn zoon nieuw leven in te blazen. Maar zullen zijn pogingen niet meer wonden openrijten dan genezen?